Flufenazine in serum
Algemene gegevens | ||
Therapeutische groep | psychofarmaca | |
Synoniem | anatensol | |
CTG-code | ||
Bepalingsmethode | LC-MSMS | |
Bepalingsfrequentie | 1x per week | |
Bepalingsdag(en) | donderdag | Materiaal dient op de dag van de bepaling voor 11:00u op het laboratorium aanwezig te zijn. |
Doorlooptijd (dagen) | 7 dagen | |
Spoed-bepaling/buiten openingstijden | alleen na overleg met dienstdoende ziekenhuisapotheker (055-8446004 of buiten kantooruren via de centrale). | |
Uitvoering | intern | |
Accreditatie | valt niet onder de scope | |
IVDR compliance | Laboratory Developed Test | Risicoklasse: C | Classificatie: IVb (raadpleeg het gedeelte ‘Kwaliteit’ voor de verklaring) | |
Afname gegevens | ||
Afnamemateriaal | stolbuis (4 mL, witte dop) | |
Afnamematrix | serum | |
Afnamevolume (mL) | minimaal 1.0 mL | |
Afname tijdstip (@ steady state) | vlak vóór volgende gift (0 – 30 min; dal) | |
Steady state (dagen) | ca. 35 – 50 dagen | |
Afnamecondities | vermeld tijdstip en dosering laatste gift | |
Verzend- en bewaarcondities | ||
Bewaarconditie (°C) | -20°C (vriezer) | |
Bewaartermijn (dagen) | 14 dagen | |
Verzendconditie (°C) | 15 – 25°C (kamertemperatuur) | |
Verzendadres | Gelre ziekenhuizen Klinisch Farmaceutisch en Toxicologisch Laboratorium (KFTL) Albert Schweitzerlaan 31 7334 DZ Apeldoorn. | |
Monsterontvangst | centrale balie klinische chemie Gelre ziekenhuizen ziekenhuisapotheek-laboratorium Gelre ziekenhuizen | |
Stabiliteit @ KT | ||
Stabiliteit @ 4°C | 2 weken | |
Stabiliteit @ -20°C | 1 jaar | |
Rapportagegegevens | ||
Referentiewaarde | Therapeutisch (ng/mL) | Toxisch (ng/mL) |
Flufenazine | 0.1 – 17 | > 50 |
Opmerkingen | ||
Achtergrondinformatie | ||
Storende factoren | niet van toepassing | |
Indicatie | Bepaling kan geïndiceerd zijn in de volgende situaties: – bij het instellen van de behandeling – als het beoogde effect uitblijft – voor het verkrijgen van informatie over therapietrouw – bij onacceptabele/toenemende bijwerkingen – bij nier- en leverfunctiestoornissen – bij geneesmiddelinteracties (starten/stoppen/dosisverandering) | |
Evidence level TDM | bewijsniveau 1 | |
Overige diagnostiek | – | |
Farmacogenetica | wordt mogelijk voornamelijk door CYP2D6 en in mindere mate door CYP1A2 gemetaboliseerd. In vivo studies die het metabolisme door CYP2D6 onderbouwen ontbreken echter. Er zijn geen doseer adviezen beschikbaar ten aanzien van CYP polymorfismen. | |
Referenties | [1] Hiemke et al. Pharmacopsychiatry 2018 51(01/02) | |
Wijzigingen t.o.v. de vorige versie | 11-09-2024: IVDR compliance + storende factoren toegevoegd | |
© 2019, Gelre-iLab, Gelre ziekenhuizen |