Infliximab in serum
Algemene gegevens | ||
Therapeutische groep | immunomodulantia | |
Synoniem | flixabi; inflectra; remicade; remsima; zessly | |
CTG-code | ||
Bepalingsmethode | ELISA (concentratie) / ELISA (antigeen bindingstest) | |
Bepalingsfrequentie | 1x per 2 weken | |
Bepalingsdag(en) | onbekend | |
Doorlooptijd (dagen) | 14 dagen | |
Spoed-bepaling / buiten openingstijden | alleen na overleg met dienstdoende ziekenhuisapotheker (055-8446004 of buiten kantooruren via de centrale). | |
Uitvoering | intern | |
Accreditatie | ISO/IEC-15189:2012 – M305 | |
IVDR compliance | CE-IVD | |
Afname gegevens | ||
Afnamemateriaal | stolbuis (4 mL, witte dop) | |
Afnamematrix | serum | |
Alternatieve matrix | EDTA-, heparine- of citraatplasma | |
Afnamevolume (mL) | minimaal 1 mL | |
Afname tijdstip (@ steady state) | vlak vóór volgende gift (0 – 30 min; dal) | |
Steady state (dagen) | ca. 40 – 50 dagen | |
Afnamecondities | vermeld tijdstip en dosering laatste gift | |
Verzend- en bewaarcondities | ||
Bewaarconditie (°C) | -20°C (vriezer) | |
Bewaartermijn (dagen) | 4 weken | |
Verzendconditie (°C) | 2 – 8°C (op coolpacks) binnen 24 uur; langer dan 24 uur op droogijs | |
Verzendadres | Gelre ziekenhuizen Klinisch Farmaceutisch en Toxicologisch Laboratorium (KFTL) Albert Schweitzerlaan 31 7334 DZ Apeldoorn. | |
Monsterontvangst | centrale balie klinische chemie Gelre ziekenhuizen ziekenhuisapotheek-laboratorium Gelre ziekenhuizen | |
Rapportagegegevens | ||
Referentiewaarde | Therapeutisch | Toxisch |
Infliximab, concentratie i.v. | 3 – 7 mg/L* | niet bekend; let op bijwerkingen |
Infliximab, concentratie s.c. bij IBD | ≥ 15 mg/L | niet bekend; let op bijwerkingen |
Infliximab, antistoffen tegen | < 10 ng/mL | niet van toepassing |
Opmerkingen | * bij IBD wordt in de onderhoudsfase een streefwaarde aangehouden van 5 – 10 mg/L IFX ≥ 3 mg/L is geassocieerd met klinische respons/remissie en IFX ≥ 7 mg/L is geassocieerd met mucosale genezing. de bepaling van infliximab wordt in cascade uitgevoerd: – bij een infliximab i.v. concentratie < 3 mg/L wordt tevens een antistof bepaling uitgevoerd. – bij een infliximab s.c. concentratie < 15 mg/L wordt tevens een antistof bepaling uitgevoerd. | |
Achtergrondinformatie | ||
Storende factoren | Ten aanzien van de bepaling van infliximab: Interferentie: enige mate van interferentie (< 10%) indien: bilirubine (20 mg/dL); hemoglobine (2000 mg/dL); intralipid (1000 mg/dL). Kruisreactiviteit: geen kruisreactiviteit met anti-TNF (adalimumab, certolizumab, etanercept en golimumab) of anti-CD20 (rituximab) antilichamen. Bij vragen over kruisreactiviteit (storende en niet storende (genees)middelen), neem contact op met het KFTL (055-5818643). Ten aanzien van de bepaling van infliximab antilichamen: Interferentie: enige mate van interferentie indien: bilirubine (20 mg/dL); hemoglobine (200 mg/dL); intralipid (1000 mg/dL). | |
Indicatie | er is een relatie tussen de hoogte van de dalspiegel van infliximab en de klinische effectiviteit. Lage of onmeetbare spiegels zijn geassocieerd met een verminderde effectiviteit. Een belangrijke oorzaak voor lage infliximabspiegels is antistofvorming. Antistoffen tegen infliximab (ATI) zorgen voor een versnelde klaring van het geneesmiddel. Bij patiënten met een lage ATI-titer kan dosisophoging zinvol zijn. Bij patiënten met een hoge ATI-titer is het aan te raden om voor behandeling over te gaan op een andere TNF-blokker. | |
Evidence level TDM | bewijsniveau 1 | |
Overige diagnostiek | – | |
Farmacogenetica | niet van toepassing | |
Referenties | [1] https://tdm-monografie.org/monografie/Infliximab | |
Wijzigingen t.o.v. de vorige versie | 01-01-2021: infliximab wordt intern uitgevoerd 31-05-2021: toegevoegd alternatieve matrix + storende factoren 02-07-2021: wijziging accreditatiestatus 08-01-2022: bewaartermijn naar 4 weken 15-02-2022: referentie anti-IFX aangepast + IVDR compliance 21-03-2022: tijdelijk grens cascade verhoogd naar [IFX] < 3 mg/L. 06-02-2024: IFX 5 – 10 mg/L bij IBD toegevoegd. | |
© 2019. Gelre-iLab, Gelre ziekenhuizen |