Ethambutol in serum
Algemene gegevens | ||
Therapeutische groep | antibacteriële middelen | |
Synoniem | myambutol | |
CTG-code | ||
Bepalingsmethode | LC-MSMS | |
Bepalingsfrequentie | 1x per week | |
Bepalingsdag(en) | donderdag | |
Doorlooptijd (dagen) | 8 dagen | |
Spoed-bepaling / buiten openingstijden | alleen na overleg met dienstdoende ziekenhuisapotheker (055-8446004 of buiten kantooruren via de centrale). | |
Uitvoering | extern | ziekenhuisapotheek UMC Groningen |
Accreditatie | valt onder de scope van het verwijzingslaboratorium | |
IVDR compliance | Laboratory Developed Test | Risicoklasse: C | Classificatie: IVb | Laboratory Developed Test | Risicoklasse: C | Classificatie: IVb (raadpleeg het gedeelte ‘Kwaliteit’ voor de verklaring) |
Afname gegevens | ||
Afnamemateriaal | stolbuis 4 mL, witte dop | |
Afnamematrix | serum | |
Alternatieve matrix | plasma (EDTA-buis (4 mL, paarse dop (K2E))) | |
Afnamevolume (mL) | minimaal 4 mL | |
Afname tijdstip (@ steady state) | vlak vóór de volgende gift (0 – 30 min; dal); 2 – 4 uur na gift (top); om de blootstelling (AUC24) te bepalen wordt bij voorkeur een curve opgenomen (voor dosis, t = 0.5u, t=1u, t=2u, t=4u en t=6u). | |
Steady state (dagen) | ca. 1 – 2 dagen | |
Afnamecondities | vermeld tijdstip en dosering laatste gift | |
Verzend- en bewaarcondities | ||
Bewaarconditie (°C) | 2 – 8°C (koelkast) | |
Bewaartermijn (dagen) | 14 dagen | |
Verzendconditie (°C) | 15 – 25°C (kamertemperatuur) | |
Verzendadres | Gelre ziekenhuizen Klinisch Farmaceutisch en Toxicologisch Laboratorium (KFTL) Albert Schweitzerlaan 31 7334 DZ Apeldoorn. | |
Monsterontvangst | centrale balie klinische chemie Gelre ziekenhuizen ziekenhuisapotheek-laboratorium Gelre ziekenhuizen | |
Stabiliteit @ KT (dagen) | ||
Stabiliteit @ 4°C (dagen) | ||
Stabiliteit @ -20°C (dagen) | ||
Rapportagegegevens | ||
Referentiewaarde | Therapeutisch | Toxisch |
Ethambutol AUC24 | 15 (7.0 – 33.5) mg*u/L | onbekend |
Ethambutol Cmax | 2.7 (0.6 – 6.3) mg/L | onbekend |
Opmerkingen | ||
Achtergrondinformatie | ||
Storende factoren | niet van toepassing | |
Indicatie | Bepaling kan geïndiceerd zijn in de volgende situaties: – bij het instellen van de behandeling – als het beoogde effect uitblijft – voor het verkrijgen van informatie over therapietrouw – bij onacceptabele/toenemende bijwerkingen – bij nier- en leverfunctiestoornissen – bij geneesmiddelinteracties (starten/stoppen/dosisverandering) | |
Evidence level TDM | bewijsniveau 3 | |
Overige diagnostiek | – | |
Farmacogenetica | Er zijn geen doseeradviezen van toepassing op basis van genetische polymorfismen. | |
Referenties | [1] Saktiawati JAC2016: 703-710 [2] KNMP kennisbank | |
Wijzigingen t.o.v. de vorige versie | ||
© 2023 Gelre-iLab, Gelre ziekenhuizen |