Mexiletine in serum
Algemene gegevens | ||
Therapeutische groep | divers | |
Synoniem | namuscla | |
CTG-code | ||
Bepalingsmethode | LC-MSMS | |
Bepalingsfrequentie | 1x per week | |
Bepalingsdag(en) | woensdag | |
Doorlooptijd (dagen) | 8 dagen | |
Spoed-bepaling / buiten openingstijden | alleen na overleg met dienstdoende ziekenhuisapotheker (055-8446004 of buiten kantooruren via de centrale). | |
Uitvoering | extern | Ziekenhuisapotheek Amsterdam UMC |
Accreditatie | valt onder de scope van het verwijzingslaboratorium | |
IVDR compliance | Laboratory Developed Test | Risicoklasse: C | Classificatie: IVb | |
Afname gegevens | ||
Afnamemateriaal | stolbuis (6 mL, witte dop) | |
Afnamematrix | EDTA-plasma | |
Alternatieve matrix | niet van toepassing | |
Afnamevolume (mL) | minimaal 4 mL | |
Afname tijdstip (@ steady state) | vlak vóór de volgende gift (0 – 30 min; dal) | |
Steady state (dagen) | ca. 1 – 3 dagen | |
Afnamecondities | vermeld tijdstip en dosering laatste gift | |
Verzend- en bewaarcondities | ||
Bewaarconditie (°C) | 2 – 8°C (koelkast) | |
Bewaartermijn (dagen) | 14 dagen | |
Verzendconditie (°C) | 15 – 25°C (kamertemperatuur) | |
Verzendadres | Gelre ziekenhuizen Klinisch Farmaceutisch en Toxicologisch Laboratorium (KFTL) Albert Schweitzerlaan 31 7334 DZ Apeldoorn. | |
Monsterontvangst | centrale balie klinische chemie Gelre ziekenhuizen ziekenhuisapotheek-laboratorium Gelre ziekenhuizen | |
Stabiliteit @ KT (dagen) | ||
Stabiliteit @ 4°C (dagen) | ||
Stabiliteit @ -20°C (dagen) | ||
Rapportagegegevens | ||
Referentiewaarde | Therapeutisch (mg/L) | Toxisch (mg/L) |
Mexiletine | 0.75 – 2.0* | > 2.0 |
Opmerkingen | * preventie hartritmestoornissen na een myocardinfarct. NB. Ook bij therapeutisch concentraties kan toxiciteit optreden. | |
Achtergrondinformatie | ||
Storende factoren | niet van toepassing | |
Indicatie | Bepaling kan geïndiceerd zijn in de volgende situaties: – als het beoogde effect uitblijft – voor het verkrijgen van informatie over therapietrouw – bij onacceptabele/toenemende bijwerkingen – bij leverfunctiestoornissen – bij geneesmiddelinteracties (starten/stoppen/dosisverandering) | |
Evidence level TDM | bewijsniveau 4 | |
Overige diagnostiek | – | |
Farmacogenetica | Wordt voor ong. 90% gemetaboliseerd in de lever door CYP2D6 en in mindere mate door CYP1A2. Er zijn geen doseeradviezen beschikbaar in relatie tot genetische polymorfismen. | |
Referenties | [1] KNMP kennisbank [2] DOI: 10.1177/2050312116670659 | |
Wijzigingen t.o.v. de vorige versie | ||
© 2024. Gelre-iLab, Gelre ziekenhuizen |