Vortioxetine in plasma
Algemene gegevens | ||
Therapeutische groep | psychofarmaca | |
Synoniem | brintellix | |
CTG-code | ||
Bepalingsmethode | LC-MSMS | |
Bepalingsfrequentie | 1x per week | |
Bepalingsdag(en) | maandag | |
Doorlooptijd (dagen) | 9 dagen | |
Spoed-bepaling / buiten openingstijden | alleen na overleg met dienstdoende ziekenhuisapotheker (055-8446004 of buiten kantooruren via de centrale). | |
Uitvoering | extern | ziekenhuisapotheek Deventer ziekenhuis |
Accreditatie | valt onder de scope van het verwijzingslaboratorium | |
IVDR compliance | Laboratory Developed Test | Risicoklasse: C | Classificatie: IVb | |
Afname gegevens | ||
Afnamemateriaal | (stolbuis 4 mL, witte dop) | |
Afnamematrix | serum | |
Alternatieve matrix | niet van toepassing | |
Afnamevolume (mL) | minimaal 0.5 mL | |
Afname tijdstip (@ steady state) | vlak vóór de volgende gift (0 – 30 min; dal) | |
Steady state (dagen) | ca. 2 weken (de antidepressieve werking treedt na ong. 1 week in en is maximaal na ong. 4 weken). | |
Afnamecondities | vermeld tijdstip en dosering laatste gift | |
Verzend- en bewaarcondities | ||
Bewaarconditie (°C) | 2 – 8°C (koelkast) | |
Bewaartermijn (dagen) | 14 dagen | |
Verzendconditie (°C) | 15 – 25°C (kamertemperatuur) | |
Verzendadres | Gelre ziekenhuizen Klinisch Farmaceutisch en Toxicologisch Laboratorium (KFTL) Albert Schweitzerlaan 31 7334 DZ Apeldoorn. | |
Monsterontvangst | centrale balie klinische chemie Gelre ziekenhuizen ziekenhuisapotheek-laboratorium Gelre ziekenhuizen | |
Stabiliteit @ KT (dagen) | ||
Stabiliteit @ 4°C (dagen) | ||
Stabiliteit @ -20°C (dagen) | ||
Rapportagegegevens | ||
Referentiewaarde | Therapeutisch (ng/mL) | Toxisch (ng/mL) |
Vortioxetine | 10 – 40 | > 80 |
Opmerkingen | ||
Achtergrondinformatie | ||
Storende factoren | niet van toepassing | |
Indicatie | Bepaling kan geïndiceerd zijn in de volgende situaties: – bij het instellen van de behandeling – als het beoogde effect uitblijft – voor het verkrijgen van informatie over therapietrouw – bij onacceptabele/toenemende bijwerkingen – bij nier- en leverfunctiestoornissen – bij geneesmiddelinteracties (starten/stoppen/dosisverandering) | |
Evidence level TDM | bewijsniveau 2 | |
Overige diagnostiek | – | |
Farmacogenetica | Wordt hoofdzakelijk in de lever gemetaboliseerd door CYP2D6, en in mindere mate door CYP3A4/5 en CYP2C9 en vervolgens geglucuronideerd tot inactieve metabolieten. Er zijn geen doseer adviezen beschikbaar ten aanzien van CYP polymorfismen. | |
Referenties | [1] Hiemke et al. Pharmacopsychiatry 2018 51(01/02) [2] KNMP kennisbank | |
Wijzigingen t.o.v. de vorige versie | 04-12-2023: wijziging verwijzingslaboratorium | |
© 2021. Gelre-iLab, Gelre ziekenhuizen |